7 jan - Koning van het canyoning

7 januari 2018 - Da Lat, Vietnam

Om 9u word ik opgehaald door een minivan om naar de canyoning plek te gaan. Ze zeggen dat ik mijn geld en telefoon beter thuis kan laten, maar mijn Sony Actioncam zeker mee kan nemen. De jongens die mij op komen halen zijn stuk voor stuk enorm gespierd, zeker voor Aziaten en hebben allemaal een strak stretch T-shirt aan met "Same same, but better" erop. Ik weet nu al dat ik zo'n T-shirt hebben moet. Ik ben de eerste die ze ophalen vandaag, we zijn met een groep van 8. In de minivan naar de volgende groep praten ze natuurlijk in het Vietnamees met elkaar en aan de manier waarop ze lachen en elkaar belachelijk lijken te maken weet ik zeker dat we de beste begeleiders hebben voor vandaag. Als ik zeg van niet op de vraag of ik een en vriendin heb, zeggen ze dat ze daar vandaag wel voor gaan zorgen, dat belooft wat. Als we de rest van de groep verzameld hebben stellen onze 3 begeleiders zich aan ons voor: Terry, Try en Monkey. Dat zijn niet hun echte namen, maar de echte namen zijn niet goed uit te spreken met onze westerse tongval. De rest van de groep bestaat uit een Schot, twee Duitsers en vier Australiërs. Voor het eerst dat er geen Nederlanders bij zitten dus! Heerlijk, hoef ik een dagje geen Nederlands te praten. Na het voorstelrondje krijgen we uitleg over vandaag, wat eigenlijk meer weg heeft van een peptalk, waardoor ik al helemaal zin heb om van een waterval af te dalen. We rijden naar Thác Datanla, waar de watervallen zijn en waar het avontuur beginnen kan. We krijgen onze wetsuits, harnassen, lifevests, helm en handschoenen aangereikt en oefenen eerst op een betonnen helling met afdalen, springen, vallen en opstaan. Na het oefenen tekenen we een formulier waarop staat dat we moeten luisteren naar de instructeurs en de organisatie niet aansprakelijk kan worden gehouden voor letsel en dergelijken. Altijd al zo'n formulier getekend moet worden hangt er een gespannen sfeertje, omdat je dan echt bedenkt dat er wel degelijk iets mis kan gaan. Bij navraag over ongelukken in het verleden, blijkt dat dit zelden gebeurt. Op wat schaafwonden en een pijnlijke buik nadat iemand er op landde op het water, is er nog nooit iets ergs gebeurd, afkloppen dus. Met onze gear aan lopen we naar de eerste afdaling toe, over de reling heen waar de normale toeristen niet verder mogen, naar het aangelegde touw om af te dalen. We krijgen uitleg hoe we deze afdaling doen moeten, waar de foto momenten zijn en en waar we dan naartoe moeten kijken. Een groep van een andere organisatie is al aanwezig, dus ga ik liever als laatste, ik wil niet dat er anderen op mijn foto staan. De eerste echte afdaling is even wennen, ik spring, maar leun niet ver genoeg naar achteren waardoor ik met mijn knie tegen de rotswand land. Ik kan mezelf wel redelijk opvangen me mijn vrije hand en andere voet, dus pijn doet het niet. Wel moet ik mijn focus erbij houden in plaats van denken dat ik het allemaal wel kan, zoals ik met de meeste sporten heb. Onderaan de afdaling springen we het water in, ik hoop dat de sneakers die ik al vanaf het begin heb de natte activiteit overleven. Het water is fris, warm is de zon, een perfecte combinatie. We lopen verder, springen het water in om bij de waterval een groepsfoto te maken en passeren een bordje met "danger, no trespassing", nu gaat het échte beginnen denk ik. Een volgende afdalening later komen we bij de lazy river. Een rivier waar we in gaan liggen en die ons naar de volgende halte brengt. In de bus hebben ze ons de slogan "Don't be lazy, let's be crazy" verteld, maar hier is het wel de bedoeling om lazy te zijn dus. We dobberen op onze rug met de blauwe lucht, rotsen en prachtig groene bomen in ons blikveld naar de natural waterslide, bang om mijn camera kwijt te raken heb ik hem in een van de tassen An de gidsen gedaan, maar nu zou ik heb toch wel willen hebben. De glijbaan is een horizontale waterval met gladde rotsen in plaats van de scherpe kanten die we al vaker gezien hebben hier. We glijden stuk voor stuk naar beneden, kopje onder en staan weer in de rij om nog een keer te gaan. We trekken door naar, voor mij, het hoogtepunt van de dag; het cliffjumpen. Naast de waterval komen we bij een rots met meerdere verdiepingen, waar je van 7, 9 en 11 meter af in het meertje onder de waterval kunt springen. Het is een prachtig meertje omgeven met bomen en de waterval. De zon op deze plek geeft het een idyllisch uiterlijk, bijna te mooi om waar te zijn. Het Schotse meisje springt als eerst van de 7m, een hoogte waar we allemaal van moeten springen om te laten zien dat we het kunnen voordat we van 11 meter springen mogen. Ze praat al de hele dag over het springen. 7 meter heeft ze al een keer gedaan dus nu gaat ze zeker voor de 11 meter. De sprong van 7 meter is wel hoog, maar ik heb het idee dat ik van mijn lichte hoogtevrees af ben door alle hoogtepunten die ik al gezien heb op mijn reis tot nu toe. Niet bang spring ik na het schotse meisje, het gevoel van vallen, ook al is het maar een seconde of twee, is een heerlijk gevoel. Even helemaal niks, alleen het water dat dichterbij komt, zelfs de omgeving lijk je niet meer te horen. Zoals uitgelegd land ik op mijn voeten, met mijn armen gekruist voor mijn borst om de impact van de landing te minimaliseren. Als ik boven water kom, kan ik niet wachten om weer naar boven te klimmen en van hogere hoogte te springen. Vanaf het water zie je pas echt hoe mooi de omgeving is en tijdens mijn klim omhoog hoor ik andere meisjes gillend naar beneden springen. Gelijk wil ik boven al van 11 meter springen, maar doe op aanraden van Terry toch eerst de 9 meter, wat prima bevalt. Een van de Australische mannen (een vader die met zijn vrouw en kinderen op vakantie is en met zijn vieren deze activiteit zijn gaan doen) durft nog niet van de 9m te springen en laat een paar anderen voor gaan. Na de 9m is het tijd voor het koningsnummer, de hoogte onder de hoogtes, de top van de apenrots en de King of the hill; de 11 meter wacht op ons. Het verschil tussen deze hoogtes is niet alleen de verticale afstand tot het water, ook de horizontale afstand tot het water is groter, waardoor je met een aanloop vooruit moet springen, het water tegemoet. Eerst kijken we naar beneden, wat er zich bevindt tussen het afzetpunt en het water, dan tellen we de stappen en nemer de aanloop om de afgrond in te springen. Het belangrijkste van de sprong is dat als je begint met rennen dat je dan niet meer moet stoppen. Stoppen kun je namelijk niet en de snelheid die je dan opbouwt is niet groot genoeg om de rotsen die zich net onder ons afzetpunt bevinden te missen. Omdat ik sinds de eerste sprong al opgewonden ben voor de hoogste en dat duidelijk laat merken, vinden ze dat ik dan ook wel als eerst moet springen. Geen probleem natuurlijk, graag zelfs! Mijn camera geef ik aan de Duitse jongen om de sprong vast te leggen, neem de aanloop en spring zonder twijfel naar voren om naar beneden te vallen. Voor een milliseconde stond mijn hart stil, het moment dat je begint te vallen, voel je in je maag, net als in een achtbaan. Dit gevoel is toch anders, beter zelfs. In een achtbaan heb je het stoeltje waar je in zit om je aan vast te houden, tijdens een sprong heb je niks, alleen het gevoel van vallen, tot je het water raakt. Voldaan en met mengeling van euforie en adrenaline kom ik boven water en laat een schreeuw van plezier horen. Dat moet ik nog een keer doen, het liefst nog hoger. Ik zwem terug naar de kant om weer omhoog te klimmen, als ik het geluid hoor dat een groep maakt als er iets pijnlijks gebeurt. Zelf heb ik het niet kunnen zien, maar de Australische man die na mij wilde springen, wilde halverwege zijn aanloop toch niet meer springen en hetgene waar Terry al voor waarschuwde, gebeurde. Zijn snelheid was bij de rand niet groot genoeg, waardoor hij uit gleed, halverwege de rots een plant probeerde vast te pakken en via een iets lager geleden rots op zijn gezicht in het water belandde. Op schaafwonden op zijn armen en een bloedneus van de landing na, heeft hij er gelukkig niks aan overgehouden. De anderen van de groep zijn zo geschrokken van de val, dat niemand meer durft te springen, zelfs het Schotse meisje dat er zo naar uit keek zegt nu echt niet meer te durven. Omdat ik de val zelf niet gezien heb en absoluut nog een keer de sprong wil wagen, spring ik nog een keer terwijl de rest van 7 of 9m springt, of lopend afdaalt via de rotsen. Nu begin ik toch wel trek te krijgen en de gidsen weten daar wel raad mee, na een andere lazy river stallen ze het eten uit naast het riviertje, we maken onze eigen Bahn-mi's, broodjes met la vache qui rit, pork, komkommer, tomaten, chilisaus en chilipoeder waar ik er 3 van naar binnen schrok. De Australiër verteld hier in Da Lat geboren te zijn en dat ze vroeger bij gebrek aan beleg broodjes met bananen en kaas aten, dus daar proef ik er ook nog 1 van. Verder verteld hij dat hij op jonge leeftijd met een boot van Vietnam illegaal naar Australië is gekomen. Met 107 mensen op een boot van 8 bij 4m, gedurende 4 dagen. Iedereen heeft het overleefd, maar hij zegt dat ze wel extreem veel geluk gehad hebben. De goede eettip ga ik onthouden voor thuis, na de broodjes vergrijp ik mezelf aan de rijpe mango's, watermeloen, Oreo's en andere koekjes, ik ben een bodemloze put vandaag.
Na de lunch is het tijd voor het laatste onderdeel van de dag, de washing machine, afdalen in een waterval die je mee sleurt en je aflevert bij het meertje eronder. Had ik maar niet zoveel gegeten. We gaan in een speciale volgorde omdat we nog een verrassing krijgen, het Australische gezin eerst, dan het Schotse meisje, ik en als laatste de Duitsers. De man gaat eerst, maar bij zijn zoontje gaat het niet goed. Door de wasmachine gaat zijn rechterarm uit de kom, iets dat hij al 5 keer eerder gehad heeft door rugby en waarbij je na zo veel keren 100% kans hebt op een recidief weet ik toevallig. Het lukt niet om de bovenarm weer in zijn kom te krijgen, dus de rest van de familie daalt af en loopt alvast rustig verder richting de auto die ons terug zal brengen naar Da Lat. We lopen de Australiërs na onze afdaling achterna, kleden ons om bij de minivan en rijden naar Da Lat, terwijl zijn arm nog steeds uit de kom is, het zou zo handig zijn geweest als ik nu zou weten hoe ik een arm terug kan zetten... We zetten eerst het Schotse meisje af bij haar hostel voordat we bij de dokter aankomen, 45 minuten nadat de arm eruit is geknald. Onderweg naar mijn hostel informeer ik naar de mogelijkheid om zo'n shirt te kopen. Ze weten niet zeker of het kan, omdat het een uniform is, maar ze bellen voor mij speciaal de baas om het te vragen. Uiteindelijk kan het toch wel, ze komen het zelfs vanavond bij mijn hostel brengen. Terug bij mijn hostel zet ik mijn natte schoenen buiten neer en zegt de jongen van het hostel dat ze ze voor me zullen wassen, wat een service. Op slippers ga ik op pad. Het is inmiddels 16.30 en ik wil het crazy house nog zien op een half uurtje afstand, voordat Terry mijn shirt komt brengen om 18.30. Ik loop naar het crazy house, een van de 10 gekste huizen ter wereld schijnt. Als ik daar aankom lijkt het net de Efteling. Vreemde huizen met plastic boomtakken overal, vreemde trappen die zelf over de daken lopen, en zo onhandig gebouwd dat je tussen de 5 gebouwen kunt verdwalen. Ik dwaal een uurtje rond waarna ik het wel gezien heb en het ook begint te miezeren. Onderweg haal ik een Bahn-mi, mijn 6e van de dag. Vandaag wil ik weer goedkoop eten omdat er canyoning zou prijzig was, dus vanavond eet ik de instant noodles die ik in Hoi An gekocht heb, wat samen met dit broodje een prima diner is. Bij het hostel wacht ik op Terry die mijn XL shirt komt brengen, dezelfde maat als hij aan heeft. XL? Dat lijkt mij een beetje groot. Voor de zekerheid pas ik het shirt en strak dat het is! Zo strak dat ik me er een beetje oncomfortabel bij voel, liever zou ik dan een XXL hebben, maar omdat Terry op de motor helemaal hierheen is gekomen met dit shirt en ze normaal deze shirts niet verkopen, koop ik het wel, dan moet ik wel weer een beetje afvallen voordat ik het dragen kan, een goed doel voor als ik terug kom in Nederland. Ik pak mijn tas in voor morgenochtend als ik om 8u de bus naar Mui Ne moet hebben. De eigenaresse van het hostel zegt dat ze me om 7.15u op komen halen, dus dat wordt vroeg mijn bed uit morgen. Omdat ik alweer trek begin te krijgen ga ik naar beneden om mijn noodles klaar te maken, als net het familydinner van het hostel afgelopen is. Terwijl ik het kokende water bij de noodles gooi, krijg ik overgebleven stukken varkensvlees en sla aangeboden gekregen, die ik met liefde in mijn bakje gooi. Zo wordt het nog een echte maaltijd ook. Terwijl ik zit te eten en te kletsen met de andere backpackers, nodigen ze me uit voor het avondeten, maar heb al gegeten en ga liever op tijd naar bed voor de vroege bus morgen. In bed lees ik voor het eerst sinds een maand weer Game of Thrones en slaap rond 23u, lekker op tijd weer.